Hij benadrukt wederom dat het aan het Syrische volk is om te bepalen wat de toekomst wordt van Syrië, en dat het niet in handen ligt van buitenlandse machten. Hij vraagt zich ook af of al die buitenlandse staatshoofden die maar zeggen dat Assad moet opstappen, op een of andere manier de goedkeuring hiervan hebben gehad van de Syriërs zelf.
De interviewer suggereert dat de Verenigde Staten minder agressief geworden zijn sinds de invasies in Afghanistan en Irak. Zo zouden ze de klus in Libië vooral door de Europeanen hebben laten klaren en hebben ze gezegd niet militair te gaan ingrijpen in Syrië. Zou dat niet aangeven dat de Verenigde Staten milder zijn geworden?
Hierop antwoordt President Assad dat hij niet gelooft dat de Amerikanen hun principes hebben veranderd. Hij denkt eerder dat ze hun tactiek hebben aangepast, mede door verschuivingen in de Internationale machtsverhoudingen, economische problemen en de mislukkingen in Irak en Afghanistan.
Het leveren van zogenaamde 'niet-dodelijke' hulp geeft aan dat ze actief willen bijdragen aan het sterker maken van de bendes en dat is nog altijd een erg agressieve benadering.
In april j.l. heeft President Assad nog een interview gegeven voor een Turkse zender (1) en tien dagen later heeft hij wederom een gesprek, dit maal met het Libanese al-Manar (2).
NOTEN
(1) http://iraansnieuws.blogspot.nl/2013/04/interview-president-assad-met-turkse.html
(2) http://iraansnieuws.blogspot.nl/2013/05/interview-met-president-assad-van-30.html
Geen opmerkingen:
Een reactie posten